Vanaf eind februari kan je op zonnige dagen de eerste vlinders zien die actief worden na hun winterslaap. Vlinders zijn immers koelbloedige dieren. Dat betekent dat ze zelf de nodige warmte niet kunnen produceren die hun lichaam nodig heeft om alle onderdelen perfect te laten werken. Hun belangrijkste onderdelen – de vleugels – werken pas optimaal als ze 20 °C warm zijn. Vlinders moeten die warmte dus buiten hun lichaam gaan zoeken en die vinden ze dankzij de zon. Uiteraard moet de zon dan wel zichtbaar zijn. Er mogen geen wolken zijn die de zon bedekken.
Als de zon dus volop schijnt, dan
is de kans groot dat de vlinders actief worden op voorwaarde dat de
luchttemperatuur tegen de 15 °C bedraagt. Dan zorgt de zonnestraling snel voor
een opwarming tot 20 graden en tegelijkerheid zorgt de warme lucht dat de
vlinder het niet snel te koud krijgt als hij toevallig in een schaduwrijk
stukje moet vliegen of eten.
