Lijfspreuk

"Tuinieren is de meest therapeutische, ecologische en opstandige daad
die je voor jezelf, je gezin en de maatschappij kan verrichten"
(Filip Muylle - Bliss)

zaterdag 28 september 2013

Pruimen telen en oogsten


In tegenstelling tot appels en peren is het heel moeilijk om goede, biologische pruimen te vinden in de winkels. Ze zijn namelijk te teer om in grote massa’s verhandeld te worden. Wie zelf tuiniert kan wél de voorzichtigheid en het geduld opbrengen om de pruimen met respect te behandelen. Daarom mag een pruimelaar niet ontbreken in een ecologische tuin.

Kies eerst een pruimensoort op basis van je eigen smaak en de gewenste pluktijd. Er bestaan soorten die begin juli kunnen geoogst worden, andere soorten pas begin oktober. De website van Bongerd Groote Veen over historische fruitrassen is een aanrader om je te helpen kiezen. Als je maar plaats hebt voor één boom, dan kies je voor een zelfbestuivend ras. Plant je boom liefst in de herfst want dan vormt de boom nog haarworteltjes vóór de koude winter. In het voorjaar zal hij daardoor sneller groeien. Pas na een paar jaar komen er voor het eerst bloemen en vruchten aan je pruimenboom.


Na de bloei en de bevruchting door insecten vormen zich langzaam groene pruimpjes. Rond half mei moet je beginnen met alle vruchtjes af te knippen waar een bruin plekje zit aan de onderkant tegenover het steeltje. In die vruchtjes zitten namelijk rupsjes, die later ook aan andere pruimen zullen vreten. Dat vroegtijdig plukken noemt men ‘uitdunnen’. Het lijkt altijd zonde om perfecte vruchtjes van de boom te halen omdat je dan denkt dat je oogst veel kleiner zal zijn maar het is net omgekeerd. Guy De Kinder van het boek ‘Groente & Fruitencyclopedie’ gaf ons hierover nuttige informatie. Na het eerste dunnen kijk je of je uitkomt op een gemiddelde van twee pruimen per 10 cm tak. Is dit nog niet zo dan verwijder je eerst de pruimen die er slecht uitzien met een schaar. Knip ze af met het steeltje erbij. Daarna kijk je of er tussen elke pruim voldoende ruimte is. Waar je ziet dat dit niet zo is zal je dus ook enkele goede pruimen moeten verwijderen. Je hoop afgeknipte pruimen ziet er dan al heel groot uit. Geen paniek. Het is normaal dat je zoveel pruimen moet weggooien na het dunnen. De overblijvende pruimen hebben dan pas voldoende ruimte om te groeien. Met deze ingreep worden deze pruimen die door sommigen varkenspruimen genoemd worden de koninginnenpruimen waar ze hun naam aan te danken hebben: groot, zoet met een losse pit en niet de minste insectenbeschadiging.



Het oogsten van pruimen moet voorzichtig gebeuren. Ook de rijpe pruimen snij je boven het steeltje met een tuinschaartje af. Gebruik oude eierdoosjes om je geoogste pruimen te bewaren. Pruimen zijn even groot als een kippenei en passen perfect in de doosjes. Op die manier hoef je de tere pruimen niet op elkaar te leggen waardoor ze ook niet gekneusd raken. Bovendien heb je zo een mooi overzicht over de rijpheid van elke pruim. Ook als er eentje rot wordt, merk je dat meteen op en kan je ze snel verwijderen. Zo verhinder je dat die rotte pruim de hele oogst aantast. In de koelkast kan je de pruimen enkele weken bewaren. In die periode geniet je van je verse pruimen en de rest verwerk je tot lekkere jam, cake, taart, …