Lijfspreuk

"Tuinieren is de meest therapeutische, ecologische en opstandige daad
die je voor jezelf, je gezin en de maatschappij kan verrichten"
(Filip Muylle - Bliss)

donderdag 19 december 2013

Eikenbladeren strooien bij zuurminnende planten


In december zijn bijna alle bladeren van de bomen gevallen en kan je ze een definitief plekje geven in je ecologische tuin. Bladeren die vergaan vormen langzaam bladaarde die een goede structuur geeft aan tuingrond. Het is dus een bodemverbeteraar die toch weinig voeding bevat. Met een tuinhark breng je de bladeren op een hoop samen en met speciale plastic grijphanden kan je de voorraad snel verplaatsen. Je hebt dan ook geen vervuilende en lawaaierige bladblazer nodig.


Eikenbladeren mag je echter niet zomaar gelijk waar strooien. Ze verteren heel langzaam waardoor het bijvoorbeeld niet is aangewezen om ze op het gazon te laten liggen. Als eikenbladeren verteren komt bovendien hun looizuur (is niet gelijk aan tannine) vrij en maken ze op die manier de grond zuur. Eikenbladeren gooi je dus niet bij planten die kalkminnend zijn zoals rozen, buxus en lavendel. Planten die van nature in zure bosgrond groeien hebben echter wel baat bij een laagje eikenbladeren. Bessenstruiken zoals de blauwe bes en jeneverbes houden van zuur. In de siertuin gooi je het eikenblad dus best bij de heide, rododendron en hortensia. Op zure grond gaan hortensia’s trouwens blauw bloeien wat een mooi neveneffect is.

vrijdag 29 november 2013

Wilde rozen intomen met wortelbegrenzer


Veel mensen houden van gecultiveerde rozen omdat ze prachtig gevulde bloemen hebben. Rozen vind je daarom in bijna elke tuin. Net die meervoudige bloemen vormen echter een probleem in een ecologische tuin. De gekweekte rozen hebben zodanig veel lagen kroonblaadjes boven elkaar dat de nectar van de bloem niet bereikbaar is voor de insecten die dit eten. Een tuin vol bloemen met onbereikbare nectar zal dus veel minder bezocht worden door insecten.
Weinig insecten betekent dan ook weinig bestuiving van de fruitbomen en van de groenten. Zo krijg je weinig opbrengst en dat is net wat je als ecologische moestuinier niet wil. Mocht iedereen enkel meervoudige bloemen kiezen voor de tuin, dan zou dit zelfs ook slecht kunnen zijn voor de bestuiving van de landbouwgewassen.


Een ecologische rozenliefhebber zal om die reden voor wilde rozen kiezen. De bloemen zijn dan misschien minder spectaculair en minder talrijk maar toch nog de moeite waard om van te genieten. Sommige soorten zoals de Egelantier hebben een verfrissende geur. Ook de bottels die gaan rijpen na de bloei hebben een enorme decoratieve waarde. Denk bijvoorbeeld aan de Rosa Rugosa, de Rosa Rubiginosa (of Egelantier), de Rosa Canina. Bovendien eten de vogels graag de vitaminen in de bottels. Wilde rozen hebben dus heel veel voordelen.
Een groot nadeel is echter dat hun wortels vaak gaan woekeren waardoor er na enkele jaren overal in de border en zelfs in het gazon nieuwe scheuten van de wilde rozenplant uit de grond komen.


De wortels van je wilde rozen zijn nochtans goed in te tomen door een wortelbegrenzer in de grond te steken die de wortels tegenhoudt. Dit is een plastic folie waar de wortels niet doorheen kunnen. Wij gebruiken wortelbegrenzer die normaal voor bamboe wordt gebruikt. Die folie is 75 cm hoog om de diepgroeiende bamboewortels te stoppen maar om rozenwortels tegen te houden is die afmeting helemaal niet nodig. Daarom knippen wij de begrenzerfolie in de lengte door zodat we een hoogte bekomen van ongeveer 37 cm. Dat is zeker voldoende voor de wortels van wilde rozen .
De folie is daarnaast ook nuttig voor andere wortelwoekeraars zoals bamboe uiteraard , maar ook gewone rozen, frambozen of andere struiken die je klein wil houden.

Zo ga je te werk om de folie te plaatsen. Graaf een geul of sleuf van een halve meter diep op de plaats waar je de wortels wil tegenhouden. Dat kan een cirkelvorm zijn of gewoon een rechte lijn als je ze slechts in één richting wil tegenhouden. Plaats de folie en zorg dat ze recht blijft staan door eventueel stokjes te plaatsen. Maak de geul weer dicht met de uitgegraven aarde, controleer of de wortelbegrenzer ongeveer waterpas staat en enkele cm boven de grond of 'maaiveld' uitkomt. Stamp de aarde wat aan en haal pas dan de steunstokjes eruit.


Door die begrenzer hoef je niet meer te twijfelen of je wel wilde rozen zou zetten in je tuin. De insecten en de vogels zullen je dankbaar zijn voor de mooie bloemen en de bottels die de rozenplanten geven.




zondag 20 oktober 2013

Look of knoflook planten in de herfst


Planten van knoflook kan van begin oktober tot half november in je ecologische moestuin. Lookbollen met grote tenen zijn het meest geschikt om te planten want ze geven de grootste opbrengst in juli of augustus. Ik koop de lookbollen gewoon in de groentenafdeling van een biowinkel zoals Origin'O, Bioshop, Biovita of Bioplanet. Je kan de lookteentjes gemakkelijk lospeuteren uit de bol als je het buitenste vlies verwijderd hebt.


Plant een lookteen om de 10 cm en stop het ongeveer 7 à 8 cm diep zodat de punt ongeveer 5 cm onder de grond steekt. Wil je meerdere rijen, laat dan 25 cm tussen elke rij. Ik zet altijd een gebogen stuk groene tuindraad boven de geplante looktenen om ze te beschermen tegen de duiven en merels die graag in de kale tuingrond woelen. Vanaf maart kan je ook insectengaas of gaasdoek spannen tegen de uienvlieg die in mei eitjes legt rond de plantjes.
Knoflook houdt van vochtige grond om goed wortel te schieten. De grond mag echter niet bemest zijn. Anders krijg je veel blad en weinig bollen. De plaats waar de look staat moet zoveel mogelijk zon krijgen. Dit is heel belangrijk omdat er enkel met veel zon een goede rijping is van de lookbol.


Na enkele weken komen de eerste scheuten al boven de grond. Look gaat dus de winter in met jong loof. Tijdens die periode groeit de look bijna niet en toch is die koude periode nodig voor een goede opbrengst in de volgende zomer. Je kan ook knoflooklook in het voorjaar planten rond maart en dan steek je de teentjes slechts 3 cm diep zodat de punt net niet boven de grond uitsteekt. Planten in het voorjaar geeft echter een iets mindere opbrengst.
Look wil vochtige grond om te wortelen, maar té natte grond is dan weer heel slecht. Aangezien in de herfst geplant wordt kan dit een probleem geven door de vele regenval. 2013 is daar een mooi voorbeeld van. Meer recent was de winter van 2021 nog eens een natter in vergelijking met de warme, droge "klimaatveranderingswinters" van de afgelopen jaren. Je kan het teveel aan water oplossen door kleine greppels te graven rond je knoflookperk. Voor de rest is het enige werk tijdens het groeiseizoen het opkomend onkruid met de hand weghalen. Doe je dit regelmatig gedurende vijf minuten, dan houdt dit werkje niets in. Het is zelfs ontspannend na een stresserende dag op het werk.


Het leuke aan zelfgekweekte look is ook dat je het hele jaar van de oogst kan genieten. In de herfst en winter heb je het meest nood aan hartige gerechten en in die periode komt look als smaakmaker ten volle tot zijn recht. Bovendien is knoflook enorm gezond. De voorwaarde is wel dat je de lookbollen direct na de oogst goed hebt laten drogen. Dat doe je door ze in open lucht onder een afdakje te laten drogen bij zonnig weer. Niet twijfelen dus om als beginnend moestuinier look te planten.

zaterdag 28 september 2013

Pruimen telen en oogsten


In tegenstelling tot appels en peren is het heel moeilijk om goede, biologische pruimen te vinden in de winkels. Ze zijn namelijk te teer om in grote massa’s verhandeld te worden. Wie zelf tuiniert kan wél de voorzichtigheid en het geduld opbrengen om de pruimen met respect te behandelen. Daarom mag een pruimelaar niet ontbreken in een ecologische tuin.

Kies eerst een pruimensoort op basis van je eigen smaak en de gewenste pluktijd. Er bestaan soorten die begin juli kunnen geoogst worden, andere soorten pas begin oktober. De website van Bongerd Groote Veen over historische fruitrassen is een aanrader om je te helpen kiezen. Als je maar plaats hebt voor één boom, dan kies je voor een zelfbestuivend ras. Plant je boom liefst in de herfst want dan vormt de boom nog haarworteltjes vóór de koude winter. In het voorjaar zal hij daardoor sneller groeien. Pas na een paar jaar komen er voor het eerst bloemen en vruchten aan je pruimenboom.


Na de bloei en de bevruchting door insecten vormen zich langzaam groene pruimpjes. Rond half mei moet je beginnen met alle vruchtjes af te knippen waar een bruin plekje zit aan de onderkant tegenover het steeltje. In die vruchtjes zitten namelijk rupsjes, die later ook aan andere pruimen zullen vreten. Dat vroegtijdig plukken noemt men ‘uitdunnen’. Het lijkt altijd zonde om perfecte vruchtjes van de boom te halen omdat je dan denkt dat je oogst veel kleiner zal zijn maar het is net omgekeerd. Guy De Kinder van het boek ‘Groente & Fruitencyclopedie’ gaf ons hierover nuttige informatie. Na het eerste dunnen kijk je of je uitkomt op een gemiddelde van twee pruimen per 10 cm tak. Is dit nog niet zo dan verwijder je eerst de pruimen die er slecht uitzien met een schaar. Knip ze af met het steeltje erbij. Daarna kijk je of er tussen elke pruim voldoende ruimte is. Waar je ziet dat dit niet zo is zal je dus ook enkele goede pruimen moeten verwijderen. Je hoop afgeknipte pruimen ziet er dan al heel groot uit. Geen paniek. Het is normaal dat je zoveel pruimen moet weggooien na het dunnen. De overblijvende pruimen hebben dan pas voldoende ruimte om te groeien. Met deze ingreep worden deze pruimen die door sommigen varkenspruimen genoemd worden de koninginnenpruimen waar ze hun naam aan te danken hebben: groot, zoet met een losse pit en niet de minste insectenbeschadiging.



Het oogsten van pruimen moet voorzichtig gebeuren. Ook de rijpe pruimen snij je boven het steeltje met een tuinschaartje af. Gebruik oude eierdoosjes om je geoogste pruimen te bewaren. Pruimen zijn even groot als een kippenei en passen perfect in de doosjes. Op die manier hoef je de tere pruimen niet op elkaar te leggen waardoor ze ook niet gekneusd raken. Bovendien heb je zo een mooi overzicht over de rijpheid van elke pruim. Ook als er eentje rot wordt, merk je dat meteen op en kan je ze snel verwijderen. Zo verhinder je dat die rotte pruim de hele oogst aantast. In de koelkast kan je de pruimen enkele weken bewaren. In die periode geniet je van je verse pruimen en de rest verwerk je tot lekkere jam, cake, taart, …


donderdag 22 augustus 2013

Verleng de zomer

Hoe je het draait of keert, in augustus voel je al dat de zomer niet zal blijven duren want de dagen worden merkbaar korter. De bloemen bloeien nu het uitbundigst en dat zou je nog maanden zo willen houden.

Het goede nieuws is dat je die bloeiperiode echt kan verlengen door de uitgebloeide bloemen af te knippen. Zo stimuleer je de groei van nieuwe scheuten met nieuwe bloemknoppen. De bloemen zullen dan wel wat kleiner zijn dan bij de eerste bloei maar ze zullen er wel nog altijd even zomers uitzien.


Bloemen van stevige, opstaande planten knip je af bij de bloemstengel. Het Engelse begrip hiervoor is 'deadheading' of 'deadheaden' als je het vernederlandst.
Hét zomervoorbeeld is de Vlinderstruik of Buddleja. Bloemen snoeien zorgt dus dat je in de nazomer nog aantrekkelijke bloemen krijgt voor de vlinder.


 

Planten die uiteenvallen of zich door andere planten weven, mag je veel lager insnoeien net zoals je een haag zou snoeien. Dergelijke planten zullen nog stevig teruggroeien en heel vaak nog een mooie herbloei geven in de nazomer. Door ze in te snoeien zorg je trouwens dat de omringende planten meer ruimte en licht krijgen. De Geranium of Ooievaarsbek is zo’n typische plant die serieus mag ingesnoeid worden na de bloei.

dinsdag 9 juli 2013

Slakken vangen zonder gif

slakken vangen via onze slakkenval met kattenbrokjes, slakken bestrijden is iets anders

In de natuur zijn slakken onschadelijk. Integendeel, ze zijn er zelfs heel nuttig omdat ze naast levende planten vooral veel afgestorven planten eten. Ook dierlijk materiaal zoals aas en uitwerpselen ruimen ze graag op. Slakken zijn dus echte afvalverwerkers van de natuur.
In kunstmatige situaties zoals een siertuin en een moestuin bezorgen ze wel veel schade omdat daar door de mens onbewust een slakkenparadijs wordt gecreëerd. In tuinen heb je enorm veel vochtige schaduwplekjes om te schuilen. Tegelijk herbergt een tuin heel veel lekkere, jonge plantjes op een kleine oppervlakte. Die plantjes staan dan ook nog in een artificiële combinatie die in de natuur niet voorkomt. Het is dus alsof je alles wat een slak lekker vindt op één gezellig restauranttafeltje samen aanbiedt. Logisch dat slakken die jonge scheutjes in één nacht wegvreten.

Gelukkig hebben wij de oplossing. Onze methode is super effectief en tegelijk diervriendelijk. Wij spreken daarom ook niet over slakken bestrijden maar over slakken vangen.
Zet een schaaltje met droge kattenvoeding in je tuin na een regenbui. De slakken zullen heel snel uit hun schuilplaats komen richting de kattenkorrels. Ga na een (half)uur kijken en duw de slakken in een pot of zak met een stokje. Hou het dan diervriendelijk en giet de slakken uit op een braakliggend stuk grond, in een verborgen, wild stukje in het stadspark, in een spoorwegberm, in een grasberm buiten de bebouwde kom. Daar hebben ze genoeg groenafval om hun buik vol te eten. Zorg dat je ze op minstens 20 meter van je tuin uitzet want slakken kunnen hun weg terugvinden als je ze op een kleinere afstand verplaatst. De slakken bij de buren gooien heeft dus geen zin. ;-)

Ook 's avonds als de zon ondergegaan is en 's nachts blijven de slakken kattenkorrels eten, ook bij warme dagen want dan in het donker is de luchtvochtigheid voldoende hoog om uit hun schuilplaats te komen. Meestal komen ze ’s avonds zelfs nog met grotere aantallen dan tijdens een regendag. Je kan dus ook in de zomer als het niet regent volop slakken vangen.  Ook hier kan een uur volstaan. Voor de geïnteresseerden: wij gebruiken korrels van Whiskas. Mensen denken dat ze massaal katten zullen lokken door kattenkorrels te plaatsen maar dit klopt niet. Na maximaal een uurtje gaan de buurtkatten heus nog het schaaltje niet ontdekt hebben. Je neemt het schaaltje na dat vanguur gewoon weer binnen tot de volgende vangdag.

Heb je niet genoeg tijd en wil je toch op een ecologische wijze van het slakkenprobleem afgeraken, dan kan je ook deze middeltjes toepassen. Een plastic potje of flesje waarvan je de bovenkant hebt afgesneden zet je rond een plant. Slakken kruipen niet over die scherpe rand omdat die hun tere buik beschadigt. Je krijgt een beter effect als je in de ruwe rand nog extra inkepingen maakt. Een leeg blik geeft dan nog beter resultaat dan een plastic ring.

Korrels strooien kan ook maar de enige slakkenkorrels die je volgens VELT ecologisch mag noemen zijn de Escar-Go korrels van Ecostyle. Door de lokstof komen de slakken redelijk snel van de korrels eten. Escar-Go korrels bevatten ook een andere stof waardoor de kropklier van de slak verlamt. Hierdoor kan de slak niet meer eten en trekt ze zich op een verborgen plekje terug waar ze na enkele dagen sterft. Effectief maar echt diervriendelijk kan je dit dus niet noemen.

 

Volgens de producent zijn de korrels onschadelijk voor dieren, planten en het milieu. Ook voor huisdieren zijn ze veilig. De dode slakken zijn ook niet giftig voor de dieren die slakkenresten eten. De werkzame stof bij Escar-Go is ijzersulfaat dat inderdaad ook in natuurlijke bodems voorkomt. Alleen is dat ijzersulfaat niet zomaar uit de bodem te halen. De stof kan je enkel verkrijgen door een chemisch en dus een kunstmatig proces. Wij zijn wat terughoudend als het om chemische producten gaat, maar voorlopig geven we de slakkenkorrels van Ecostyle het voordeel van de twijfel. De korrels zijn immers goedgekeurd voor gebruik in de biologische landbouw.

Alle andere gekende slakkenkorrels die al lang in de handel verkrijgbaar zijn en die geproduceerd zijn op basis van metaldehyde zijn heel giftig! Niet alleen voor de slakken maar ook voor de dieren die de slakken eten en niet te vergeten voor de huisdieren en de mens. Zelfs zo giftig dat de producenten een slecht smakend afweermiddel Bitrex toevoegen om te verhinderen dat kleine kinderen, honden en katten de aantrekkelijke korrels zouden innemen. Over deze korrels twijfelen wij niet: die mag je nooit gebruiken!

En als de slakken blijven komen, troost je dan met de gedachte dat ze in winterslaap gaan zodra het langdurig kouder wordt dan ongeveer 5° C. Dan heb je er tijdelijk geen last meer van. ;-)

zondag 30 juni 2013

Hou je huis en hoofd koel


Door het langdurig koele voorjaar (in 2013, nvdr) zou je er nu niet meteen aan denken, maar straks komen er weer zomerdagen aan waarbij de hitte ondraaglijk is. De klimaatverandering zorgt er voor dat die extreem warme dagen elk jaar talrijker worden.
In zulke omstandigheden probeer je het binnenshuis koel te houden zodat je overdag kan schuilen en ’s nachts goed kan slapen. Airco koelt perfect maar is duur en slorpt enorm veel energie in de vorm van elektriciteit. Het is dus zeker geen ecologische oplossing. Er bestaat ook zonwerend glas maar dat houdt de zon niet 100% tegen en is ook redelijk duur.
Gelukkig zijn er goedkope alternatieven die helemaal geen energie vragen.

Je hebt twee soorten ecologische koeling nodig om een goed resultaat te krijgen omdat er twee soorten opwarming zijn.
Eerst moet je de snelle opwarming van het huis voorkomen. Dat gebeurt als de zon rechtstreeks op de ramen schijnt. Hoe groter de ramen, hoe groter het serre-effect. Afkoeling verkrijg je door simpelweg de ramen af te schermen. Rolluiken of luiken zijn daar ideaal voor.
Wie – zoals wij – geen rolluiken heeft, kan de ramen afdekken met schaduwdoek dat speciaal geweven is om zo weinig mogelijk zon door te laten. Schaduwdoek wordt ook wel tarp genoemd. Die naam komt van tarpaulin, dat zelf weer van het Engelse ‘tar palling’ komt, wat een geteerd dekzeil was dat vroeger over de lading van een schip werd gespannen. Zo’n schaduwdoek vind je in alle tuin-, sport- en vrije tijdswinkels waar het verkocht wordt voor tuinfeesten, barbecues en vooral kampeerders en festivalhangers. Wij kochten het bij A.S. Adventure. Je kan het horizontaal hangen als een soort parasol of verticaal tegen het raam als een soort tijdelijk luik.


Een ander soort opwarming krijg je bij hittegolven. Een hittegolf is een periode van minstens vijf opeenvolgende dagen van boven 25 ° C ofwel minstens drie dagen na elkaar boven 30 ° C. In zo’n periode gaan de stenen gevels langzaam de warmte opnemen. ’s Nachts als de zon weg is geven ze hun warmte af aan de buitenkant maar ook aan de binnenkant van het huis. Dat fenomeen zorgt dat je ’s nachts slecht of helemaal niet slaapt, ook al laat je het raam open.
Die opwarming kan je voorkomen door de gevel af te dekken, niet met een doek maar met een plant. De beste oplossing is om tegen de muur de klimplant Wilde Wingerd te laten groeien. De overlappende bladeren zorgen dat de stenen koel blijven. Plant een Wingerd in de herfst aan de zijkant van de gevel zodat je het volgende jaar van de eerste koeling kan genieten.

De Wilde Wingerd brengt geen schade toe aan de muur want hij dringt niet door in de stenen. De klimplant hecht zich enkel met kleine voetjes vast. 

 

Een bijkomend voordeel van de Wingerd voor natuurliefhebbers is dat zijn bloemen heel goed zijn voor bijen. In de herfst kleuren de bladeren mooi rood en als ze allemaal afgevallen zijn komen in de winter blauwe bessen zichtbaar die geliefd zijn bij vogels.



donderdag 30 mei 2013

Zevenblad onderdrukken met Geranium macrorrhizum



Het woekeronkruid Zevenblad kan succesvol onderdrukt worden door op dezelfde plaats Geranium macrorrhizum ( rotsooievaarsbek) te planten. De Geranium macrorrhizum is een tuingeranium of Ooievaarsbek die niets te maken heeft met de Pelargonium die in de volksmond verkeerdelijk geranium genoemd wordt.
Geranium macrorrhizum is een snelle groeier die ook snel de bodem bedekt met zijn uitbundige bladeren. Hij gedijt op veel grondsoorten, zowel met veel als met weinig zon. Bovendien heeft hij mooie bloemen en de gekneusde bladeren ruiken lekker naar citroen. De hommels en de bijen zijn zelfs dol op de rotsooievaarsbek.

Om het Zevenblad sneller te onderdrukken of bestrijden is het handig om eerst zoveel mogelijk Zevenblad te verwijderen vóór je de Geranium aanplant. Wie de witroze bloemetjes van de Geranium macrorrhizum te kleurloos vindt, kan ook de paarse versie aanplanten.

 

zaterdag 20 april 2013

Terras of tuinmeubelen ecologisch ontmossen



Ontmos je tuinterras of tuinmeubelen door ze te schrobben met water met een beetje groene Biotex (officiële naam is Biotex Handwas & Inweek) of een ander fosfaatvrij, biologisch afbreekbaar waspoeder zoals van Ecover. Het is heel effectief en niet schadelijk zoals de chloorproducten die in de volksmond gekend zijn als bleekwater of javel. Een eetlepel groene Biotex op een liter water is voldoende. De enzymen in de Biotex of het Ecover waspoeder zorgen dat de celwanden van het mos beschadigd worden waardoor je veel minder hard moet schrobben in vergelijking met schrobben via gewoon water. Het is dus een ecologische methode waarvan je tegelijk niet doodmoe van wordt als je het vergelijkt met schrobben met zuiver water. De volksnaam 'groene biotex' slaat echter niet op dat ecologische aspect, maar komt gewoon van de groene doos waarin de Biotex handwas & inweek is verpakt. Het product is te verkrijgen in de Blokker winkels in België en Nederland. Soms kan je Biotex ook nog vinden via webwinkels van supermarktketens. Het Ecover waspoeder is te verkrijgen in alle biowinkels en in heel veel supermarkten.



Een scheut azijn in je water is ook een mogelijkheid. Daarnaast kan je het terras schuren met zand want dan krijg je het effect alsof je wrijft met schuurpapier. De inspanning met zand is echter even zwaar als schuren met gewoon water. Achteraf moet je bovendien het zand samenvegen en van je terras halen. Het is ook niet toepasbaar bij meubelen omdat ze dan gekrast worden.

Afspuiten van mos met een hogedrukreiniger is blijkbaar geen goed idee. Je verspreidt er de sporen van het mos mee en door de kracht van het water maak je het terras door minuscule beschadigingen poreuzer. Zo maak je de ideale ondergrond voor het mos waardoor het na verloop van tijd nog beter terug groeit dan tevoren.

zondag 31 maart 2013

Bio aardappelen planten

Aardappelen telen is eenvoudig en geeft veel voldoening door de goede oogst. Kweken zonder pesticiden is makkelijk als je kiest voor biologische rassen die vroeg mogen geplant worden. Biorassen zijn van nature sterk bestand tegen ziekte. Vroege aardappelen zijn bovendien rijp vóór de aardappelziekte toeslaat.

Aardappelen kan je kweken op alle soorten grond. Alleen mag die grond niet nat zijn. Het beste is een plaats in de tuin die in de volle zon staat en die luchtig is omdat de wind er vrij spel heeft.

Bioplantgoed hoef je niet noodzakelijk te kopen bij speciale tuinwinkels. Ik koop gewoon kleine aardappelen in de biowinkel. Je moet alleen zorgen dat de aardappelen tussen de 28 en 35 mm lang zijn. Onze favorieten zijn het Biogold en het Frieslander ras. In 2020 probeerden we het ras Vitabella uit, in 2021 proberen voor een keertje een laat bioras Sarpo Mira. Voor alle rassen valt het hoogtepunt van het planten in april. Voor vroege en halfvroege rassen kan het ook enkele weken eerder, voor late rassen kan het nog toch half mei. De belangrijkste boodschap is dat april voor alle rassen de ideale plantmaand is.

 

Ongeveer drie weken voor je de aardappelen gaat planten, laat je ze voorkiemen. Bepaal dus eerst je tijdstip waarop je wil planten en tel dan drie weken terug. Dan moet je beginnen met het voorkiemen. Eerst zet je de plantaardappelen in de huiskamer van gemiddeld 18° C waar er veel verspreid licht binnenvalt. Door die warmtestoot komen alle kiemen of scheuten tegelijk tevoorschijn. Zodra dit gebeurd is zet je de aardappelen op een droge plaats die 10° C warm is en waar veel (onrechtstreeks) licht is. Zo gaan de planten sneller uitkomen. Een raam op het noorden is ideaal. Vroege aardappelen ga je vanaf half maart tot half april uitplanten. Als er langdurige nachtvorst dreigt kan je de aardappelen afdekken met gaatjesplastiek. Je plant vroege aardappelen in een rij op 5 à 10 cm diepte en laat 30 cm tussen elke knol. Heb je meerdere rijen, laat dan 70 cm tussen elke rij.


Als de aardappelplantjes 10 cm hoog zijn ga je ze een eerste keer aanaarden. Dat betekent gewoon dat je de plantjes bijna helemaal met aarde bedekt zodat alleen de bovenste blaadjes nog zichtbaar zijn. Als de plantjes opnieuw 10 cm boven het nieuwe niveau uitsteken ga je nog eens aanaarden. Zo krijg je de typische aarden wallen in de moestuin.
Het voordeel is dat de aardappelen zo sneller opwarmen, meer ondergrondse stengels vormen, niet groen worden en niet nat kunnen staan. Na dit aanaarden vragen de aardappelen niet veel zorgen meer. Het jonge onkruid wordt bij het aanaarden telkens ‘in de kiem gesmoord’.


Als het loof uit zichzelf volledig bruin en verdord is, zijn de aardappelen rijp om te oogsten. Dat doe je best door met een spitvork onder de plant te steken en de plant los te wrikken. Zo maak je bijna geen schade aan de knollen. Het grootste verschil tussen vroege-halfvroege-halflate-late rassen is het tijdstip van rijpheid. Voor vroege aardappelen loopt de oogsttijd van begin juli tot begin augustus. Op die manier moeten ze niet meer groeien in de maanden augustus en september die wel warm zijn maar in ons klimaat dikwijls ook vochtig. Dat zijn precies de ideale omstandigheden voor de aardappelziekte. Vroege bio aardappelen hebben dus weinig kans om met die ziekte in contact te komen. Halfvroege rijpen in augustus en september, halflate in september en late ten slotte van eind september tot eind oktober.



woensdag 27 februari 2013

Uien planten, ideaal voor starters


 Als je in de winter hebt beslist om te starten met biologisch tuinieren, zit je ongeduldig te wachten op de lente. Toch kan je al vanaf half februari aan de slag met het planten van uien, een gemakkelijke groente.


Om volledig ecologisch te werken bestel je in december biologische plantuitjes bij VELT. Is dat niet gelukt, dan kan je ook terecht in de vele tuincentra. Die uitjes zijn dan meestal niet biologisch.

Uien hebben het liefst een open, zonnige plaats. Belangrijk om weten is dat je voor uien geen stalmest en compost mag gebruiken. Anders trek je de uienvlieg aan, de grootste belager van uien. Het voedsel dat zich in de bodem van je ecologische tuin bevindt is voldoende voor de teelt.

De uienbolletjes plant je om de 8 cm in fijngeharkte grond. Zorg dat het bovenste puntje net boven de aarde uitsteekt. Wil je meerdere rijen uien, laat dan 30 cm tussen elke rij.

Na het planten is het belangrijk om te voorkomen dat de uienvlieg in mei haar eitjes rond de planten legt. Uit die eieren komen namelijk larven die de ui aanvreten. Boven het uienperk leg je daarom insectengaas dat je laat steunen op gebogen plastieken elektriciteitsbuizen. Een andere mogelijkheid is om een stuk groene tuindraad in een boog te plooien en over de uien te plaatsen. Het gaas leg je dan gewoon op de tuindraad. Insectengaas kan je kopen bij veel tuincentra of plantenkwekers, bijvoorbeeld Ecoflora.


De volgende vier maanden na het planten hoef je bijna niets te doen. Alleen af en toe wat onkruid verwijderen met de hand. Als je dat wieden doet als het onkruid klein is, dan heb je niet veel werk. Met tuingereedschap het onkruid aanpakken is geen goed idee omdat je zo de tere wortels van de ui beschadigt. Bovendien komt er een geur vrij als je de plant aanraakt en daar komt dan de uienvlieg op af.

Uien oogsten doe je in de maand juli op het ogenblik dat het loof vanzelf gaat neervallen. Je laat de uien een tiental dagen drogen op een luchtige plaats in de schaduw zodat je ze lang kan bewaren. Uien zijn een basisingrediënt van de meest uiteenlopende gerechten.


woensdag 30 januari 2013

Vetbollen maken van topkwaliteit voor je tuinvogels


Door in de winter de vogels te voeren help je ze overleven en zorg je meteen voor je eigen tuinspektakel. Naast grondvoer en zaden in een voederhuisje zijn vetbollen of vetblokken het meest geliefd bij tuinvogels.

Vetbollen maken voor vogels, met of zonder frituurvet, vogels voeren
Mezen zijn meestal de eersten die de vetbol ontdekken
Vetbollen maken voor vogels, met of zonder frituurvet, vogels voeren, staartmezen
Staartmezen zijn dol op vetbollen

Jaren geleden kocht ik een vetbol gewoon in de supermarkt maar deze bollen zijn dikwijls gemaakt van minderwaardige grondstoffen. Daarom ging ik er na een tijdje kopen bij Vivara, de online winkel. Daar heten de vetbollen pindacake of pindablok. Ze zijn heel goed maar ook wel redelijk prijzig. Een goedkopere oplossing was dat ik zelf een vetblok ging maken maar dan wel met de kwaliteitsingrediënten van Vivara. Het resultaat is indrukwekkend. De vogels komen er snel en massaal op af! Hieronder vind je de benodigdheden en het recept.

Benodigdheden:

- cilindervormige maxi-blokhouder (Vivara)
- afgedankt cilindervormig plastic potje
- 250 g plantaardig frietvet
- 250 g ongezouten pinda’s (Vivara)
- 50 g fijn zaad en zonnebloempitten (Vivara)

Vetbollen maken voor vogels, met of zonder frituurvet, vogels voeren
Vivara vogelvoer: maxi-blokhouder en een zelfgemaakte vetbol
Recept:

Ik maak dus cilindervorige vetblokken die passen in het groene houdertje van Vivara. Neem 1 pakje plantaardig frietvet van 250 g en laat het op een zacht vuurtje langzaam smelten.
Intussen doe je 250 g ongezouten pinda’s in de blender, keukenrobot of mixer en maal je ze in kleine stukjes tot ze ongeveer de grootte hebben van grove suikerkorrels. Voeg dit toe aan het gesmolten vet en zet het vuur uit.
Voeg ook 50 g fijn zaad met zonnebloempitten toe. Roer alles langzaam door elkaar. Giet dan het mengsel in het lege plastic potje. Zorg dat je vooraf hebt gecontroleerd dat dit potje qua diameter in het houdertje past. Door mijn hoeveelheden te gebruiken zal de hoogte dan automatisch juist zijn.
Zet het potje dan op een koude plaats. Vergeet niet om er wat kippengaas over te spannen want huisdieren zijn dol op het vet.
Na enkele uren is het mengsel goed hard geworden. Ga met een schilmesje tussen de binnenrand van het potje en de vetblok. Maak zo een volledige cirkelbeweging om de blok netjes los te maken. Keer dan het potje ondersteboven en duw de blok er uit. Duw de blok in de houder en hang het op in je tuin bij voorkeur in een boom of struik. Dan voelen de vogels zich veilig.
Vergeet ook niet om je fototoestel klaar te leggen want de vogels zullen snel op de lekkere maaltijd afkomen. Veel vogelplezier!

Vetbollen maken voor vogels, met of zonder frituurvet, vogels voeren
Deze keep wil zelfs het laatste restje van de vetbol oppeuzelen
Vetbollen maken voor vogels, met of zonder frituurvet, vogels voeren
Ook sijzen komen op de vetbol, dikwijls aan het eind van de winter