Ten eerste kan je de gewone dunnere takken stapelen in een sierlijke hoop die je ondersteunt met enkele houten palen. Dit systeem noemt men een takkenril. Zo'n stapel takken biedt enorm veel schuilplaatsen voor dieren. Niet alleen insecten zijn er dol op, ook veel tuinvogels zoeken er beschutting. Het roodborstje en het winterkoninkje bouwen er hun nest in en de mezen speuren er naar insecten. Daarnaast gebruikt ook de egel een takkenril als schuilplaats en hij zoekt er tegelijk naar voedsel.
Takkenril - Tekening van Zoogdierenwerkgroep Natuurpunt |
Het overschot aan dunne takken kan vervolgens verhakseld worden om als mulch te dienen. Mulch betekent 'beschermende laag van de bodem'. Een mulchlaag van houtsnippers is ideaal om je tuingrond onkruidvrij te houden.
Dikkere takken die je gesnoeid hebt kan je in ongeveer gelijke stukken zagen en op een plaats achteraan je tuin leggen waar ze uit het zicht zijn. Daar dienen de takken dan als voedsel voor de houtetende insecten. Je kan zien dat er insecten in het hout leven door de vele kleine gaatjes in de takken.
Foto Natuurpunt - An De Wilde |
De dikke takken zijn ook de ideale voedingsbron voor veel soorten zwammen. Het bovengrondse deel van een zwam noemt men paddestoel. Iedereen zal het met ons eens zijn dat paddestoelen hét symbool zijn van de herfst. Ze zorgen voor een echte bossfeer in je tuin...
Hier hangt ook al herfst in de lucht.
BeantwoordenVerwijderen