Lijfspreuk
"Tuinieren is de meest therapeutische, ecologische en opstandige daad
die je voor jezelf, je gezin en de maatschappij kan verrichten" (Filip Muylle - Bliss)
dinsdag 9 juli 2019
Heermoes mulch voor je tomaten
Leg mulch van heermoes rond je tomatenplanten om ze sterker te maken.
We gebruiken het afgesneden heermoes als bodembedekking ("mulch") rond onze tomatenplanten om ze sterker te maken. We doen dit om twee redenen.
Ten eerste zorgt de mulchlaag dat het water in de grond minder snel verdampt. Je moet hierdoor minder water gieten en bovendien blijft de lucht rond de tomatenplant op die manier droog. Dat is meegenomen want tomaten zijn gevoelig aan schimmels en die gedijen goed in vochtige lucht. Mulch is dus een goede voorzorgsmaatregel tegen schimmelaantasting. Mulch van gelijk welke plant geeft dit effect.
Ten tweede gebruiken we specifiek mulch van heermoes omdat het afgestorven heermoesgroen langzaam bepaalde stoffen weer afgeeft aan de bodem en dus aan de tomaten. Het zijn stoffen die de plant met zijn metersdiepe wortels uit de bodem heeft gehaald:
- Kalium zal zorgen dat de tomaten meer smaak hebben
- Calcium zal preventief werken tegen neusrot
- Stikstof zal zorgen voor een goede groei (maar stikstof is niet zo overvloedig aanwezig in heermoes als bij mulch van brandnetels).
Doe zelf eens de test en ga op zoek naar heermoes in je buurt.
zaterdag 29 juni 2019
Grelinette of woelvork gebruiken in je moestuin
Gebruik de grelinette of woelvork om je tuingrond mooi te verkruimelen zonder het bodemleven en de bodemstructuur te verstoren en zonder je rug te belasten. In het filmpje zie je hoe een grelinette moet gebruiken.
Met het bodemleven bedoelen we de zichtbare en onzichtbare levende organismen in de grond. Zichtbare organismen zijn regenwormen, mollen, insecten, spinnen, springstaarten, mijten en schimmels. Onzichtbare organismen zijn nematoden of aaltjes en bacteriën. We noemen ze onzichtbaar omdat ze zo klein zijn dat ze met het blote oog niet te zien zijn.
Met de bodemstructuur wordt de schikking en samenhang van de vaste gronddeeltjes bedoeld. De vaste gronddeeltjes zijn enerzijds de mineralen (zand en klei) en anderzijds de dode organische stof die van afgestorven planten en dieren komt. Een goede bodemstructuur betekent dat ongeveer de helft van het grondvolume uit vaste deeltjes bestaat en de andere helft uit minuscule lege ruimten of poriën. Een goede bodem heeft bovendien zowel grote als kleine poriën. Kleine poriën zijn goed om water vast te houden. Grote poriën houden goed de lucht vast en laten toe dat overtollig water wordt afgevoerd.
Samengevat kan je zeggen dat de levende organismen het dood planten- en dierenmateriaal verkleinen tot minuscule volumedeeltjes die structuur geven aan de bodem en tot minuscule voedseldeeltjes voor de planten. Als je dus de tuingrond omkeert door bijvoorbeeld te spitten met een spade, dan ga je eigenlijk letterlijk de leefwereld van die organismen omdraaien en doen instorten. Zo krijg je logischerwijze slechtere groeiomstandigheden voor je planten. Met de grelinette vermijd je dit.
Tenslotte is de grelinette ook heel goed voor je rug want je hoeft niet meer je rug te buigen terwijl je een zwaar gewicht torst. Je hebt enkel je armspieren en het gewicht van je lichaam nodig om de grelinette te hanteren. Wij kochten onze grelinette bij Huize Boskante in Eernegem.
vrijdag 31 mei 2019
Tripmadam als bodembedekker op droge grond
Vervang je gazon op droge, zonnige, voedselarme plaatsen door de inheemse plant Tripmadam, een overblijvende sedum die de ideale bodembedekker is voor dergelijke gronden. De stengels hangen naar beneden maar in mei beginnen ze zich langzaam op te richten tot ze helemaal rechtstaan. Vanaf dan bloeien ze in juni en juli met gele bloemetjes die gretig bestoven worden door bijen, hommels, zweefvliegen, vliegen, kevers, …
Wij hebben de tripmadam geplant onder onze pluimes waar het heel droog is en waar veel zon valt. Omdat de plant laag blijft buiten het bloeiseizoen is ze perfect om gazon te vervangen op alle zonnige, droge plaatsen: onder bomen, op stadsterrassen, op zanderige grond. De plant komt het meest tot zijn recht als er veel planten bij elkaar staan, dus liefst een paar vierkante meter. Visueel ziet het er dan echt uit als een gazon dat een paar weken niet gemaaid is waar in de zomer bloemetjes bovenuit steken. De hoogte is 15 cm buiten de bloeitijd. De bloemstengels worden maximaal 30 cm hoog. De wetenschappelijke naam voor Tripmadam is Sedum reflexum. De nectar- en pollenwaarde bedraagt 3 op een schaal van 5. Dat is een getal dat vooral door de imkers met honingbijen in de gaten wordt gehouden. Wat goed is voor honingbijen is ook goed voor de andere bijen en insecten.
woensdag 17 april 2019
Hoe de Mesclun sla werd uitgevonden
Van
april tot juli kan je je eigen Mesclun slamix zaaien in open grond. Wist je dat Mesclun niet de naam van
een slasoort is? Het zijn de monniken uit het Franciscanerklooster in Cimiez
bij Nice die de Mesclun hebben uitgevonden.
De
Franciscanermonniken kweekten in de 16de eeuw verschillende slasoorten en
bladgroenten in aparte bedden, zoals de moestuiniers vandaag ook nog doen. Bij
het uitdunnen gooiden zij de gerooide zaailingen echter niet op de composthoop
maar verwerkten ze die bonte mengeling van jonge bladgroenten met veel smaak in
hun maaltijden. Mesclun betekent letterlijk “mengeling” en komt van het woord
mesclare uit het Volkslatijn dat in de streek van Nice werd gesproken. Mesclun
is een mengeling van allerlei sla, veldsla, rucola, cichorei, andijvie,
radicchio, kruiden, …
De monniken
van de Cimiez mag je dus gerust beschouwen als de pioniers van de hedendaagse
acties tegen voedselverspilling. :-)
maandag 25 maart 2019
Verloren drinkwater opvangen voor je tuin
Na het
ongewoon droge jaar 2018 is er bij het begin van de lente 2019 nog niet veel
van dit watertekort weggewerkt op veel plaatsen in Vlaanderen en Nederland. Regenwater opvangen is een goede praktijk. Het
is echter ook van belang om altijd spaarzaam om te gaan met leidingwater of drinkwater.
Vang daarom elke
dag het koude leidingwater op dat je normaal laat wegstromen tot je warm water hebt.
Giet dat in een waterjerrycan van 20 liter die in de keuken of de badkamer
staat. Als de jerrycan vol is giet je die uit in een regenton die buiten staat.
Zo krijg je een enorme voorraad water die je kan gebruiken voor je tuin als het
opnieuw een heel droog voorjaar of een bloedhete zomer wordt zoals vorig jaar.
zondag 24 februari 2019
Zelf touw maken van wilgenbast
Om dingen
vast te maken in de tuin gebruikt men meestal plastic touwtjes, ijzerdraad of
rubberen koord. Het is veel ecologischer om touw te gebruiken dat van
natuurlijke vezels is gemaakt zoals sisaltouw dat bestaat uit bladeren van de
agave. Het meest ecologisch is echter om zelf verbindingen te maken met planten die
in je eigen tuin groeien. Enkele stengels lang gras zijn al bruikbaar om voor
korte tijd lichte zaken samen te binden.
Wil je heel
stevig touw dat minstens een jaar meegaat, dan zal je wilgen moeten gebruiken.
Neem hiervoor een lange, rechte wilgentak die pas afgesnoeid is en scheur de
bast er in linten af. Gebruik dit soepel maar stevig lint als touw om je
tijdelijke constructies mee samen te binden die een heel tuinseizoen moeten
meegaan. Na enkele dagen wordt de soepele bast hard waardoor je een heel sterke
constructie krijgt.
Wij
gebruiken wilgenbast bijvoorbeeld om een klimrek voor de pompoenen in elkaar te
steken. Het werkt ook voor bonenstaken, tomatenrekjes, rozenpiramiden en andere
tuinconstructies. De bast wordt zo sterk dat je voor het afbreken een
snoeischaar nodig hebt om het wilgentouw door te knippen.
Probeer het
zelf nog deze winter eens uit met je snoeihout van de wilgenknot. In de zomer
kan je ook wilgenbast van vers gesnoeide takken halen maar snoeien in de zomer
is uiteraard af te raden. Een oplossing kan zijn om in de winter gesnoeide
takken vochtig te houden tot in de zomer zodat de bast ook dan nog soepel
blijft.
maandag 21 januari 2019
Plant een wilgenstruik in je tuin voor meer biodiversiteit.
Ga nog deze
winter op zoek naar wilgenknotters en vraag hen een rechte duimdikke tak van 50
cm. Plant de tak in je tuin op 30 cm diepte. Uit het stompje dat 20 cm boven de
grond zit komen in het voorjaar nieuwe twijgen. De volgende winter laat je de
struik met rust. Uit de eerstejaarstwijgen groeien namelijk weer nieuwe twijgen
die deze keer bloempjes zullen dragen, de zogenaamde ‘wilgenkatjes’. De tweede
winter na de aanplant snoei je voor de eerste keer de wilgenstruik. Als je elk
jaar katjes wil, dan snoei enkel de helft van het aantal takken tot zo’n 20 cm
boven de grond. Die snoeibeurt herhaal je elk jaar. Als je alle takken tegelijk
snoeit, herhaal je de snoei pas om de twee jaar want anders krijg je geen
wilgenkatjes. Katjes komen enkel op twijgjes die uit twijgen van een jaar oud
groeien.
Een
wilgenstruik neem veel minder plaats in dan een knotwilg(boom) en is dus ook
geschikt voor kleinere tuinen. Snoeien is nodig om de struik klein te houden.
De
ecologische waarde van een wilgenstruik is groot. Een struik is sowieso goed
voor vogels. Een wilgenstruik krijgt bovendien katjes die in het voorjaar
voedsel leveren voor de vroeg vliegende insecten als er nog niet veel ander
voedsel aanwezig is. De insecten die de wilgenkatjes in maart en april
waarderen zijn solitaire bijen, zeldzame zweefvliegen, bloemvliegen en vroege
vlinders zoals dagpauwoog, gehakkelde aurelia, atalanta en kleine vos. De
groene vrouwelijke katjes leveren enkel nectar; de gele mannelijke katjes
leveren nectar en stuifmeel.
Al die
insecten trekken natuurlijk ook weer vogels aan die op zoek zijn naar voedsel.
Zo maken deze vogels kennis met je tuin en zullen ze ook in de zomer je tuin
bezoeken en zullen ze op zoek naar eten je moestuin vrijwaren van te grote
insectenaantallen.
Abonneren op:
Posts (Atom)